Aan de thee met Theo Barkel

Vandaag is het de beurt aan Theo Barkel. Theo is niet alleen auteur, maar ook uitgever. Ik stel hem rake vragen over zijn boeken, maar ook over de uitgever en wat er belangrijk is als je je boekt wilt insturen.

Wie is Theo Barkel?

Ik ben in 1968 in Rotterdam geboren, waar mijn liefde voor schrijven ook begon, en ben nu dus (bijna) 51. Ik woon momenteel in het Brabantse Rijen en ben met mijn uitgeefster getrouwd (misschien een tip voor beginnende schrijvers, trouw met je uitgeefster als je uitgegeven wilt worden…). We hebben vier geweldige kinderen en vier even geweldige kleinkinderen waarvan de jongste een dondersteen van 1 jaar is.

Ik heb veel te veel hobby’s. Naast schrijven en lezen is muziek daar de grootste van. Ik speel akoestisch, elektrisch en basgitaar. Kan wat drummen en kruip soms achter de piano, maar om de een of andere reden heb ik dan binnen 5 minuten mijn gitaar weer in mijn handen. Muziek is een belangrijke vorm om spanningen van me af te laten glijden en is tevens een bron van inspiratie.

Mijn kinderen zijn tevens altijd een bron van inspiraties geweest. Een van de verhalen die ik jaren geleden geschreven heb (Kabouter Klunsmuts en het raadsel van de sterren) is helemaal op mijn jongste zoon gebaseerd. Daarnaast is de hele wereld en alles om me heen inspiratie. Het komt uit de gekste hoeken. Afgelopen week was een letterlijk halfdode boom in Breda (Links dood, rechts levend) de missing link in het tweede deel van Het Chagrijnige Slagzwaard. Een voorbij waaiend pluisje zorgde voor een idee van een verhaal uit de Shadajaël serie.

Als ik de boeken die ik geschreven heb en bundels waar ik in sta op een rijtje gaat zetten, hetgeen ik nog nooit gedaan heb eerlijk gezegd, ziet het er zo uit:

Verhalenbundels:
Duistere Parels (Verhalenbundel, Suspence publishing)
Terraanse Vertellingen (Verhalenbundel, SF-Terra)
Horizon (Verhalenbundel, Uitgeverij Macc)
Verhalen Vertellers (Verhalenbundel, Uitgeverij Macc)
Perry Rhodan Fanboek (Uitgeverij Macc)

2 verhalen in De Castlefest Kronieken

Boeken:
Shadajaël boek 1, Genadeval (Uitgeverij Macc)
Shadajaël boek 2, de schaduwmachten van Mathhamor (Uitgeverij Macc)
Dylan Proosten, vergeet mijn naam niet (Uitgeverij Life)
Het Chagrijnige Slagzwaard (Uitgeverij Macc)
Shadajaël, omnibus 1 (Uitgeverij Macc)
Shadajaël omnibus 2 (Uitgeverij Macc)

Tevens heb ik in twee jaarbundels gestaan van de Duitse SF-serie Perry Rhodan, die van 2007 en 2014.
Hierbij kom ik gelijk op mijn favoriete SF-serie, Perry Rhodan. Opgestart door twee Duitse schrijvers in 1961 en tien jaar later in Nederland begonnen. Een fictieve geschiedenis van de mensheid die, met de held Perry Rhodan aan het hoofd, het heelal intrekt. Heerlijke Space opera, soms baanbrekend en origineel, maar bijna altijd spannend. Wekelijks valt een deeltje binnen en ik kan nooit wachten om eraan te beginnen. Momenteel lees ik de Duitse versie, die reeds boven de 3000 deeltjes telt.

Zelf ben ik rond 1975 begonnen met lezen. Verder ben ik een enorm fan van Arthur Clarke. In de tijd dat ik voor SF-Terra schreef is het me zelfs gelukt om hem aan de telefoon te krijgen. Stad onder de Sterren en Rendez vous met Rama behoren tot mijn favorieten. Inferno van Larry Niven en Jerry Pournelle vind ik ook erg goed en ik kan erg lachen om Terry Pratchett

Uw liefde voor schrijven begon al vroeg, maar waar komt het vandaan? Door je liefde voor lezen?

Die liefde begon al heel vroeg. Op de lagere school (derde à vierde klas denk ik) schreef ik al korte verhaaltjes die gebaseerd waren op mijn favoriete SF-series uit die tijd (Space 1999, Dr. Who). Ik wist toen al dat ik schrijver wilde worden. Waar het vandaan komt? Het zit in het bloed denk ik. Mijn vader las erg veel Sciencefiction en mijn opa ’s waren allebei behoorlijk goede amateur dichters en goochelden met woorden. Ik las veel en graag, meestal al boeken die ver boven mijn leeftijd lagen, dus dat zal zeker invloed gehad hebben.

Hoe ziet het schrijfproces er bij u uit en wat vind u het moeilijkst om te schrijven? Werkt u alles uit of heeft u andere geheugensteuntjes?

Meestal is er iets om mij heen dat voor een idee zorgt, zoals gezegd kan dat iets volkomen onlogisch en onverwachts zijn. Als ik het de dag erna vergeten ben, vergeet de lezer het waarschijnlijk ook, dus is het niet goed genoeg geweest en maak ik me er niet meer druk om. Meestal laat ik het idee even sluimeren en ontwikkelen, totdat het ‘eruit’ moet. Dat valt niet tegen te houden. Soms duurt het lang en broeien ideeën jaren, soms is het een kwestie van dagen of weken.

Het hele verhaal zit dan in mijn hoofd en ik maak meestal dan ook geen enkele aantekening. Ik heb alleen wel de gewoonte om onderaan het manuscript, als ik eenmaal aan het schrijven ben, aantekeningen te maken van belangrijke details.

Meestal pak ik dan ieder moment die ik vrij kan maken om verder te schrijven omdat de drang er is. Ik heb altijd moeite gehad om echt erotische scene’s te schrijven. Dat zit gewoon niet in me. Een beetje erotisch tintje, wat plagerig dat veel aan de fantasy van de lezer overlaat, vind ik wel leuk. Jezebel uit de laatste Shadajaël bundel is daar een mooi voorbeeld van. Maar verder dan dat zal ik nooit kunnen.

U bent zelf schrijver, maar leest u zelf ook boeken, welk genre? Vooral Nederlands (eigen bodem ) of Engels?

Ik lees me suf. Iedere week een Perry Rhodan deeltje. Dat is dan in het originele Duits. Terry Pratchett lees ik het liefst in het Engels (Pratchett vertalen is geen makkelijke opgave) Van Arthur Clarke heb ik zoveel dat ik nog niet eens alles heb kunnen lezen. Ja, ik ben een groot fan van de ‘grote ouden’ in de SF.

’s Avonds in bed lees ik, puur ter afleiding regelmatig een westernroman (Conny Coll voor de kenners). Gewoon een lekker weglezend ‘verstand op nul’ verhaal.

Ik lees veel van Nederlandse auteurs, maar dat is dan weer meestal als binnenkomend manuscript. Daarnaast is onze eigen Uschi Zietsch al jaren een favoriet auteur van me. Ze schrijft boeiend en is enorm veelzijdig.

Wat vind u het leukst en het minder leuke aan een eigen uitgeverij hebben?

Ik heb altijd van boeken gehouden, een eigen uitgeverij is dan de ultieme ‘hobby’. Het is heerlijk om iemands droom uit te laten komen en zien hoe gelukkig ze ermee zijn. Ik ken het gevoel dat ik had bij mijn eerste publicatie en gun het iedereen. Zoals ieder bedrijf heb je zo nu en dan dingen die tegenzitten en administratieve rompslomp. Gelukkig heb ik een geweldige vrouw die daar erg goed in is.

Welke plek vind je het leukste om te staan voor de uitgeverij?

Bijna alle beurzen waar we staan zijn leuk, maar Castlefest spant de kroon. De sfeer die daar heerst, de mensen, alles er omheen voelt een beetje als thuiskomen. We komen er al vanaf het begin en ik blijf ervan genieten (al ben ik doodmoe als het erop zit.)

Waar kijk je naar bij het lezen van een manuscript?

Ik wil iets ‘voelen’. Naast de kwaliteit natuurlijk waar een manuscript aan moet voldoen, zoek je dat ‘extra iets’. Wat maakt het anders dan de rest? Een ‘ Game of Thrones kloon’ of Lord of the Rings met andere hoofdpersonen is geen uitdaging en niet origineel. Als we een manuscript tegenkomen dat anders durft te zijn of een originele inslag heeft, dan gaan we hier rechtop zitten. Als wij dat extra ‘iets’ voelen, voelt de lezer het ook. Het leverde ons onlangs een compliment op tijdens een beurs. ‘Doe al je nieuwe boeken maar, want die van jou zijn altijd goed.’

Wanneer kan je bij jullie uitgeverij een verhaal insturen en wat zijn de eisen?

In principe iedereen die denkt dat hij goed genoeg is. Het is wel een aanrader om je manuscript aan kritische mensen te laten lezen die je eerlijk commentaar durven te geven voordat je dat doet. Wij geven vervolgens ook altijd eerlijk en persoonlijk commentaar op ieder manuscript. We doen niet aan standaardbrieven, daar heeft niemand wat aan. Als een manuscript (nog) niet goed genoeg is, geven we voldoende handvatten om aan de slag te kunnen.

Welke boeken vind je echt aanraders? Zowel van de uitgeverij als erbuiten?

Oh, wat een vreselijke vraag!
Ik zou van onze boeken heel moeilijk een boek kunnen kiezen die ik aan zou durven raden boven een ander. Het is vaak heel persoonlijk voor de lezer.
Er zijn wel boeken die voor mijzelf een hele persoonlijke achtergrond hebben. De Kracht van Voelen van Tessa van Rossen is zo’n voorbeeld. Het boek (en Tessa zelf) heeft een hele persoonlijke en diepe indruk op mij achtergelaten, maar dat had ook een hele goede reden die in mijn volgende boek (dus je laatste vraag) naar voren komt. De Jezus video van Andreas Eschbach (die ik sowieso bewonder als schrijver) vind ik een echte aanrader als het om boeken buiten onze uitgeverij gaat. Dat zal hem ook een beetje in mijn katholieke achtergrond zitten, hetgeen in de Shadajaël boeken wel naar voren komt denk ik.

Wat vind u het moeilijkst om te doen als u schrijft? & Wat was uw favoriet om te schrijven indien u meer boeken heeft?

Stoppen om te gaan eten. 🙂
Mijn laatste boek is steeds mijn favoriet.

Hoe bent u aan inspiratie gekomen voor de boeken?

Uit alle onmogelijke momenten, gekke associaties, opvallende mensen, noem maar op. Voor een schrijver is alles om zich heen inspiratie en het komt meestal op de meest onmogelijke momenten.

Is uw leven veranderd sinds u schrijft?

Eigenlijk niet, want ik schrijf al mijn hele leven. Niemand kent mij anders. Zelfs ik niet.

Waar schrijf je het liefst?

Languit op de bank met mijn laptop op mijn schoot en een goed stuk muziek op de achtergrond (Meestal Paul McCartney of een goed stuk bluesmuziek) en een kop koffie onder handbereik. En maar volhouden dat ik aan het werk ben. 🙂

Wat is het leukste wat u gehoord heeft over uw boeken?

Mijn eerste boek (Genadeval van Shadajaël) werd door Eddy Bertin “Leuk en bloederig” genoemd. Zo’n compliment van een doorgewinterde schrijver bij een debuut was mooi en koester ik. Eddy is vervolgens in de loop der jaren ook een beetje een vriend geworden.
Samen met Het Chagrijnige Slagzwaard, die een paar keer met Terry Pratchett is vergeleken, delen ze de eerste plaats denk ik.

Heeft u nog tips om te schrijven?

Zoals Barry Stevens ooit zei: Vooral doorgaan. Veel lezen helpt en schrijf waar je verstand van hebt en leuk vindt.

Waar bent u nu mee bezig en wat kunnen wij allemaal verwachten?

Oh, zo ontzettend veel.
Ten eerste ben ik samen met Johan Klein Haneveld een SF-thriller aan het schrijven, getiteld de Quantumdetectives. Door Castlefest en wat andere beslommeringen heb ik er even geen tijd voor gehad, maar het wordt een fantastisch en afwisselend verhaal. De eerste keer dat ik serieus een boek met een andere auteur schrijf, en het is een geweldige ervaring. Onze stijlen blijken verrassend goed bij elkaar te passen en elkaar prima aan te vullen.

Volgend jaar wil ik het tweede deel van Het Chagrijnige Slagzwaard klaar hebben, maar het meest bijzondere boek dat ik ooit gedaan heb is het boek Epilepsie… of niet. Het is mijn eigen verhaal over 16 jaar Nederlandse gezondheidszorg en 1,5 jaar België. In 1999 heb ik in de winkel waar ik toentertijd werkte een zware (achteraf) epilepsieaanval gehad. Ik ben die hele dag zelf volledig kwijt. Geen idee wat er gebeurd is. In de jaren daarna heb ik volgens de Nederlandse artsen hyperventilatie gehad, dan epilepsie, vervolgens rusteloze benen, en daarna toch weer epilepsie. Na een laatste zware aanval 2 jaar geleden en een neuroloog die desinteresse uitstraalde zijn we uitgeweken naar het Universitaire ziekenhuis in Antwerpen die in iets meer dan een jaar lieten zien hoe het ook kon en hoe de Nederlandse artsen er naast hadden gezeten al die jaren. Het verhaal is zo bizar dat ik heb besloten om er een boek over te schrijven. Het is heel erg persoonlijk en dat boezemt me wel wat angst in, maar als je problemen aan de kaak wilt stellen, en die zijn er in de Nederlandse gezondheidszorg, dan heb je geen keus. Na anderhalf jaar België voel ik me beter dan ooit en is er een angstwekkend probleem verholpen dat Nederland al die jaren gemist heeft. Eind september/begin oktober hopen we het uit te brengen.

Is er nog iets wat u zelf kwijt wilt?

Sinds een tijdje heb ik mijn eigen website, www.theobarkel.nl, waar alles eigenlijk op staat voor degene die graag geïnformeerd willen blijven.
Daarnaast, en dat is één van de doelen van Macc als uitgeverij, doen we zoveel mogelijk voor het SF/Fantasy en griezel/horror genre, omdat die genres ons na aan het hart liggen. Dat kan je alleen doen, maar we werken hier graag in samen omdat je dan zoveel meer voor het genre kan bereiken. We zijn momenteel dan ook aan het overleggen met verschillende partijen om te kijken wat er mogelijk is. Dus we hopen hier over een tijdje leuk nieuws in te hebben.

Categories Niet gecategoriseerd

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *