Aan de thee met Sophia Drenth

Vandaag is het tijd om Sophia in het licht te zetten. Vele zullen vast wel weten dat madam er is! Natuurlijk moest daar veel aandacht voor zijn, want ja madam! Natuurlijk heeft ze ook een andere mooie serie, bloedwetten.

Wie is Sophia Drenth ?

Dat is een vraag waar ik na 47 jaar nog steeds geen zinnig antwoord op kan geven.

Mijn mening is dat Sophia een geduldige sterke vrouw is. Ze is aardig, geduldig en vooral enthousiast over haar boeken! Ze is altijd in voor een praatje en vooral erg grappig!

Wat was voor jou de keuze om over vampiers te schrijven?

Dat was geen keuze. De vampiers kozen mij. In de loop der jaren heb ik over tig onderwerpen geschreven, maar vampiers kwamen steeds weer op mijn pad terecht. Dankzij de nachtmerrie waarin ik tegen mijn wil vampier werd gemaakt kon ik niet meer aan ze ontkomen. Die nachtmerrie was de geboorte van Bloedwetten en in het bijzonder de geboorte van de hoofdpersoon Roan Storm.

Uit hoeveel delen gaat de bloedwetten serie bestaan?

Uhm … oef … van de romans heb ik altijd het gevoel gehad dat het vier delen zouden worden. Momenteel denk ik aan drie en wellicht een tweede trilogie, indien de inspiratie toeslaat. Ik schrijf organisch, zonder vooropgezet plan, dus het is wat moeilijker om de omvang van een reeks te voorspellen. Eén ding weet ik wel zeker: ik wil niet eindeloos doorgaan.

Hoe maak je je covers en beslis je hoe alles eruit komt te zien?

Ik dank veel van de kracht van mijn covers aan mijn vormgever die het logo ontwierp. Dat logo is zo krachtig dat er verder alleen een sterke foto nodig is om tot een goede omslag te komen. Simpel doch doeltreffend. De foto vinden is het makkelijkste in het hele proces, vooral met een website zoals Pinterest waar ik graag op rondzwerf. Het spannendste is om de fotograaf te traceren. Het is wel eens voorgekomen dat ik na de nodige moeite contact had gelegd met de fotograaf en dat ik toestemming had om de foto te gebruiken, maar dat het toesturen van de foto in groot formaat uitbleef. Ondertussen kroop de deadline dichterbij. Toen brak het angstzweet me wel uit. In plaats van nog langer af te wachten ben ik toen aan een koortsachtige zoektocht op Pinterest begonnen. Die leidde naar de huidige coverfoto van Vonnis. Uiteindelijk was het een zegen dat die ene fotograaf niets meer liet horen, want deze afbeelding is veel beter.

Je maakt tegenwoordig bronvertellingen, hoe is het om dat te doen?

Het een worden met je personages. Ik ben sowieso een schrijver die de personages voorop stelt. Zonder een sterk personage zijn mijn verhalen niets. In iemands huid kruipen en zijn of haar doen en laten doorgronden vind ik belangrijker dan bijvoorbeeld wereldbouw. In dat opzicht ben ik een atypische fantasyschrijver. Dus de bronvertellingen, waarin ik op één personage focus, passen helemaal in dat straatje.

Ben je nog meer bronvertellingen van plan?

Ja, er zitten nog zeker drie bronvertellingen in mijn pen. Die van Kushir, Borga en Sergis. Sergis, de onsterfelijke koetsier, heeft van die drie de kleinste rol in Bloedwetten, maar zijn verhaal ken ik al jaren, geïnspireerd door een indringende documentaire die ik eens zag over een man zonder gezicht.

Madame is net uitgekomen, hoe ben je aan alle inspiratie gekomen om van eigenlijk een bronvertelling, naar een roman te gaan?

Nou ja, 1000 nachten is nog steeds een bronvertelling volgens de formule zoals ik die heb verzonnen: het is het wordingsverhaal van een bijpersonage uit Bloedwetten. Dat is onveranderd. Alleen de omvang is gruwelijk uit de klauwen gelopen. Mijn oorspronkelijke plan was dat de bronvertellingen novelles moesten zijn van tussen de 10.000 en 35.000 woorden. Dat kwam doordat de eerste bronvertelling, Zwart hart, is uitgegeven als Splinter bij Quasis uitgevers. Die boekjes mochten maximaal 10.000 woorden tellen. Madame LaSoeurs verhaal bleek echter zo complex, dat ik het niet binnen het beoogde woordenaantal kwijt kon. Haar verhaal paste zelfs niet in 35.000 woorden. Redacteur en proeflezer waren het ermee eens dat het verhaal het verdiende om in alle opzichten groter en grootser te worden. Ik heb niet lang getwijfeld en ben ervoor gegaan, ook al zat het me best dwars om mijn oorspronkelijke plan los te laten. Dankzij madame hebben de bronvertellingen een nieuw formaat: het worden vanaf nu allemaal romans ipv novelles, dus ik mag mijn mouwen opstropen. Het is een ‘klein’ verschil of je vier maanden of een jaar met een boek bezig bent.

Je leeft je helemaal in de personages in. Heb je soms rare dingen die je doet daardoor?

Ik denk dat als ik madame ga lezen vol met een pot ben & Jerry voor mijn neus zit ( dat deed ik al als ik je verhalen voorbij zag komen stttt )

Hahaha, ik zie je al zitten. Voor de mensen die het niet weten: op social media schrijf ik regelmatig korte stukjes over mij en mijn personages, over hoe het is om met ze ‘samen te wonen’ en madame LaSoeur, de hoofdpersoon uit 1000 nachten bleek ernstig verslaafd aan Ben & Jerry’s ijs. Daarnaast heeft ze een gigantische verzameling jurken en schoenen.
Ik ga soms heel diep om de wortels van een personage te traceren, maar echt gekke dingen doe ik daar niet voor. Het vergt vooral concentratie, een soort meditatie bijna. Als ik over straat wandel ben ik wel eens in mijn verhaal verzonken, dan loop ik rond met een bloeddorstige blik in mijn ogen. Reuze handig, word ik tenminste niet lastiggevallen door bouwvakkers of ander jolig manvolk, maar veel gekker dan briesend over straat stampen wordt het eigenlijk niet.

Waar schijf je het liefst?

Ik heb een vast plekje op de bank, waar ik achter mijn laptop wegkruip. Vroeger zat ik keurig opgeprikt achter de pc, maar dat kan ik niet meer opbrengen.

Hoe ziet het schrijfproces er bij jou uit en wat vind je het moeilijkst om te schrijven? Werk je alles uit of heb je andere geheugensteuntjes?

Ik schrijf meestal ’s avonds wanneer het wat stiller is. Ik woon in de binnenstad van Amsterdam, vandaar. Daarnaast ben ik altijd een avond-/nachtmens geweest. Zoals ik al eerder zei ben ik een organisch schrijver. Ik weet meestal het begin en het eind van een verhaal. De rest komt pas als ik schrijf. Met naar een wit vlak turen in een poging te plotten levert bij mij bitter weinig op. Het is zeker geen ideale manier van schrijven. Ik erger me er vaak aan dat het proces – naar mijn mening – niet efficiënt genoeg verloopt. Nu ik met een reeks bezig ben is organisch schrijven eigenlijk helemaal niet handig. Voor Bloedwetten 3 moet ik echt meer gaan plotten met al die verschillende verhaallijnen.

Zitvlees kweken blijft toch het moeilijkst, de discipline opbrengen om er toch voor te gaan zitten als ik he-le-maal vastzit. Als ik op het verkeerde spoor zit loop ik tegen een gigantische blokkade op. Dan kan ik niet meer voor- of achteruit tot ik erachter ben in welk spoor ik wél moet volgen. Erg frustrerend. Overkomt me zeker een paar keer per boek. Het vergt een bijna blind doorzettingsvermogen om dan niet af te haken.

Mensen noemen mij een perfectionist, maar ik zie het niet als perfectionisme. Dat woord heeft een nare bijsmaak, alsof je het onmogelijke wil bereiken. Ik wil gewoon een goed product afleveren en daarin ben ik streng voor mezelf. Als ik zie dat het beter kan dan zal ik daar energie in steken ook al zegt iedereen dat het allang best is. Wel best is wat mij betreft niet goed genoeg.

Je bent zelf schrijver, maar leest je zelf ook boeken, welk genre? Vooral Nederlands (eigen bodem ) of Engels?

Ik ben zeker geen boekenwurm. Dat komt doordat ik even traag lees als dat ik schrijf. Ook vind ik het moeilijk om in de boeken van een ander te verdwalen als ik zelf aan een boek werk en de afgelopen jaren heb ik eigenlijk alleen maar aan één stuk geschreven. Toch probeer ik weer meer te lezen. Ik probeer ook meer Nederlandstalige boeken op te pakken, omdat ik vind dat ik moet weten wat er zoal wordt geschreven, ik mijn collega’s en vrienden wil steunen én ik het goede voorbeeld moet geven, want Nederlandse schrijvers moeten harder knokken om de gunst van de lezer dan buitenlandse schrijvers – iets wat mij bevreemdt.

Ik lees ook Engelstalige boeken. Het voordeel daarvan is dat ik daarbij minder de neiging heb om te redigeren tijdens het lezen, een beroepsdeformatie die ik nauwelijks kan loslaten. Op dit moment ben ik bezig in The handmaiden’s tale van Margaret Atwood. Daarvoor las ik Lijkenkrabber van Tom Thys.

Ik lees het liefst boeken die net zoals die van mij nog veel raakvlakken met onze eigen wereld hebben. Herkenbaar, maar iets trekt ze uit het lood. Neil Gaiman en Clive Barker blijven nog steeds favoriete schrijvers. Onlangs las ik The Gargoyle van Andrew Davidson. Werkelijk een prachtig verhaal over een man die met ernstige brandwonden in het ziekenhuis belandt en bezoek krijgt van een vrouw die beweert dat ze in een vorig leven geliefden waren. Het fantastische aspect in dit boek is bijzonder klein. Kennen ze elkaar echt uit een vorig leven? De vrouw is erg overtuigend, of is ze misschien krankzinnig? Dat boek herinnerde mij eraan dat een (goed) boek lezen dezelfde rush kan geven als een boek schrijven.

Wat was je favoriet om te schrijven indien je meer boeken hebt?

Bloedwetten: Vonnis is lange tijd mijn favoriet geweest. Vooral omdat het boek zo krachtig binnenkwam door die nachtmerrie, terwijl ik al jaren niet meer had geschreven. Dat blijft bijzonder voor me. Maar ik moet bekennen dat madame mijn hart toch wel erg heeft weten te veroveren. 1000 nachten is naar mijn mening het sterkste boek dat ik tot nu toe schreef. En ik ben nog niet van haar af, dat weet ik zeker.

Hoe ben je aan inspiratie gekomen voor de boeken?

Zoals ik al zei had ik een levendige nachtmerrie, waarin ik droomde dat ik tegen mijn wil in een vampier werd veranderd. De emoties waren zo sterk dat ze me niet loslieten. Wat die vampiers ook met me deden, ik was vastbesloten om hun spel niet mee te spelen. Ik stond op, kleedde me gehaast aan, propte ontbijt in mijn mond en begon te schrijven, terwijl ik iets van acht jaar geen woord op papier had gezet. Wie had kunnen denken dat één nachtmerrie een complete boekreeks als resultaat kan hebben? Inmiddels zijn we vijf jaar verder en telt de reeks drie romans en twee novelles.

Is je leven veranderd sinds je schrijft?

Vroeger maakte ik sieraden en stond daarmee op beurzen. Nu schrijf ik boeken en sta daarmee op beurzen. Nee, schrijven heeft mijn leven niet veranderd. In veel opzichten is het gewoon werk. Helemaal niet romantisch of zo. Aan de andere kant is dit wat ik nu moet doen, ook al is de kans klein dat ik zal doorbreken en er mijn broodwinning van kan maken. Sieraden maken en verkopen was een stuk eenvoudiger. Toch heb ik dat helemaal overboord gegooid. Ik richt me nu volledig op mijn boeken.

Wat is het leukste event waar je staat?

Ik sta op diverse beurzen die allemaal hun eigen sfeer hebben en om hun eigen redenen leuk zijn, maar als ik moet kiezen dan zeg ik toch Castlefest. De sfeer is er altijd top en de manier waarop de organisatie een speciale markt voor schrijvers organiseert verdient een dikke pluim.

Wat is het leukste wat je gehoord hebt over je boeken?

Iemand die normaal zelden leest las Bloedwetten: Vonnis in één ruk uit in bad. En mijn jongste fan bleek tien jaar oud. Ik keek verrast op toen hij voor mijn neus stond op Castlefest en vrees nog steeds dat mijn werk verantwoordelijk gaat zijn dat die arme jongen jarenlang in therapie moet…

Wat vind je het moeilijkste aan zelf uitgeven?

Overal verantwoordelijk voor zijn. Als selfpubber ben je de drijvende kracht van het boek en niet alleen de successen zijn voor jouw rekening, maar ook de fouten en het tekortschieten. Zo durf ik nog lang niet genoeg, omdat ik te dicht bij mijn product sta. Ik zou veel brutaler moeten zijn, maar als ik het lid op de neus krijg laat ik me geregeld uit het veld slaan. Afwijzing per e-mail kan ik prima mee omgaan, maar via de telefoon of face to face is het verpletterend. Het frustreert me dat het bijna onmogelijk is om de stap naar een grote(-re) lezersgroep te maken. De mensen die daarbij zouden kunnen helpen zien je niet eens staan. Geheel op eigen kracht zonder een grote uitgever achter je is het gewoon verduiveld lastig.

Waar bent je nu mee bezig en wat kunnen wij allemaal verwachten?

Ik ben nu vooral bezig met 1000 nachten de wereld in helpen. Ik probeer bij elk boek wat meer aan marketing te doen. Dat is nou een voorbeeld van waar ik mij als selfpubber geregeld tekort voel schieten. Inmiddels heeft madame meer afspraken in de agenda dan ik: blogtour, leesclub, interviews, boek van de maand, etc.
Als zij een zetje heeft gekregen, kan ik het niet langer voor me uit schuiven: dan móét ik met Bloedwetten 3 beginnen. Ik heb mezelf even de vrijheid gegeven om voor de boeken te gaan die harder schreeuwden (Kleine moordenaar en 1000 nachten), maar nu moet ik eraan geloven. En, man o man, wat heb ik mezelf in een hoek geschreven!

Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat het me op de een of andere manier gaat lukken, in de wetenschap dat het de nodige bloed, zweet en tranen gaat kosten. En dat is helemaal niet erg. Dat hoort gewoon bij hoe schrijven voor mij werkt. Als het makkelijk was zou iedereen het doen. 😉

Categories Niet gecategoriseerd

One thought on “Aan de thee met Sophia Drenth

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *