Het is een donkere dag. Ik zie mensen door elkaar heen rennen. Ik voel de angst van de mensen afkomen. Ik zie een vrouw met haar baby rennen, omdat ze niet zo snel is lukt het me om haar tegen te houden. “Mevrouw wat is er gebeurt? ” vraag ik nieuwsgierig en afwachtend. “Er is een bom in de stad geworpen en meer en deels van de stad is verwoest! We moeten hier weg! Weg uit dit land, weg van hier en weg van deze bloeddorstige gekken!” schreeuwt ze tegen me.
Het is zondag, normaal een rustdag, maar nu is er alles behalve rust. Er is een bom geworpen in Nederland! Het is het jaar 2014, het jaar dat Nederland werd aangevallen door Duitse soldaten. Er rennen in legergrijs geklede Duitse soldaten door de straten met zwaaiende bijlen en afvurende wapens. De bewoners proberen te ontsnappen, maar de meeste zijn te laat en worden getroffen door een van de vele kogels of bijlen. Van alle kanten komen er hulpeloze kreten. Ik probeer het te negeren terwijl ik naar huis ren, maar het geluid is schel en het zit nu al in mijn geheugen geprent. Ik ren de schuur in, pak een schop om me mee te verdedigen en verstop me tussen de planken. Ik bedenk me dat ik gelezen had dat oorlogen lang kunnen duren dus ga ik snel nog wat eten nu het nog kan. Er komt vast en zeker weer een crisis aan vanwege de heropbouw van Nederland.
Ik schuif mijn eten naar binnen zodat ik klaar kan staan als ze me komen zoeken. Ik sluip het huis in, pak snel wat te drinken en ik loop langzaam de trap op naar mijn slaapkamer. De schop is nog steeds in mijn hand geklemd. Ik trek mijn sporttas uit de kast en pak wat kleren die handig kunnen zijn als ik moet vluchten. Ik gooi wat sokken, bh’s, broeken en truien in mijn tas zodat ik het vol hou in deze kou. Nu mijn tas is ingepakt is kan ik maar beter gaan. Net voordat ik een stap wil zetten stop ik. Ik hoor geluiden, ik hoor mannen naar binnen komen. Snel, maar stilletjes kruip ik in mijn kledingkast in. Ik bedek mezelf met kleren en probeer rustig adem te halen maar dat is nog niet zo makkelijk onder druk. Ik hoor de voetstappen dichterbij komen… Ik hoor ze steeds luider worden onder het gekraak van de houten vloer. Ik zie 3 paar schoenen langslopen, het zijn grote zwart groene schoenen. Ik zie dat ze richting mijn bureau lopen en hoor gerommel. Er valt een stapel papier op de grond. Een man met een grote neus en harige armen pakt een blaadje op: ” Elize van de Raaf” zegt hij. Vlak naast hem begint de man in mijn bureau te rommelen. Ineens is het stil…. “he jongens moet je kijken! Ze is nog niet zo oud! Ze heeft mooie bruine haren en heldere blauwe ogen! Die zou ik zo mee naar huis nemen!” roept de man die net in mijn la aan het rommelen was. Ze gieren het uit van het lachen en ik voel mezelf ineen krimpen. Hij doet een foto in zijn zak en loopt richting de uitgang, maar vlak voor de deur stopt er een. Hij kijkt de kast in en ziet…….
Ik heb een klein stukje van een van mijn verhalen geschreven, als het een succes is volgt er meer! Dus laat vooral je mening achter en volg me! Jullie mening is echt van belang om me beter te maken!